Als u als werkgever het initiatief neemt om de arbeidsovereenkomst met uw werknemer te beëindigen of niet te verlengen, moet u aan de werknemer een transitievergoeding betalen. Ook als u uw bedrijf noodgedwongen beëindigt.
Werkgevers kunnen sinds 1 april 2020 compensatie aanvragen voor transitievergoedingen die zij hebben betaald bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.
In 2021 komt er een tweede regeling voor compensatie van transitievergoedingen bij. Vanaf volgend jaar hebben kleine werkgevers die hun onderneming beëindigen wegens pensionering (AOW-leeftijd) – onder voorwaarden – recht op compensatie van de betaalde transitievergoedingen. Dit is ook het geval als de werkgever overlijdt en dat overlijden leidt tot bedrijfsbeëindiging. In dat geval kunnen de erfgenamen of mede-ondernemers die de transitievergoeding hebben betaald (aan de werknemer) in aanmerking komen voor de compensatieregeling. Op lange termijn wordt die compensatieregeling nog uitgebreid in geval van bedrijfsbeëindiging bij ziekte van de werkgever.
Kleine werkgevers met minder dan 25 werknemers in dienst kunnen in aanmerking komen voor de compensatieregeling, die wordt uitgevoerd door UWV.
Let u er op dat die nieuwe regeling geen terugwerkende kracht heeft. Als u uw bedrijf beëindigt vóór 1 januari 2021 of de transitievergoeding voor 1 januari 2021 betaalt aan uw werknemer(s) komt u niet in aanmerking voor de regeling.
Wij kunnen uw vragen beantwoorden en u begeleiden bij de ontslagaanvragen voor uw werknemer(s) bij bedrijfsbeëindiging en daarna de aanvraag voor compensatie transitievergoeding voor u regelen bij UWV.